www.allowayburnsclub.org.uk
Jean
(Of A’ The Airts The Wind Can Blaw)
Van alle vier de streken, waar
De wind uit suist of bruischt,
Min ik vooral het westen, daar
Mijn meisje in 't westen huist.
0ns scheiden bosschen, stroomen, ach!
En bergen bovendien,
Maar mijne ziel is nacht en dag
Bij mijne lieve Jean!
In 't dauwbepereld bloemekijn
Zie ik ze zoet en schoon;
In 't lustig kwelend vogellijn
Hoor ik haars liedjens toon.
In ieder bloempjen, dat er spruit,
Wil ik haar hulde biên,
En ieder vooglijn, dat er fluit,
Herinnert mij aan Jean!